De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om niet begrote financiële gevolgen, die onverwacht, onuitstelbaar en substantieel zijn, op te vangen. De opbouw en ontwikkeling van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt hieronder weergegeven.
Bedragen * € 1.000 | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 |
---|---|---|---|
Algemene reserve | 16.895 | 11.750 | 14.160 |
Stille reserves | 1.527 | 1.301 | 1.084 |
Onvoorzien | 0 | 90 | 0 |
Saldo rekening/begroting | -2.167 | 107 | 2.766 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 5.537 | 6.194 | 5.772 |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 21.792 | 19.442 | 23.782 |
Algemene reserve
De algemene reserve heeft normaliter een bufferfunctie en staat centraal in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. De bestemming van deze reserve is vrij om onvoorziene, onafwendbare en onuitstelbare tegenvallers op te kunnen vangen. Deze reserve kan ook worden ingezet om nieuw beleid te financieren.
Stille reserves
Om een getrouw beeld te geven van de financiële positie dient in de toelichting op de balans ingegaan te worden op de stille reserves van niet-bedrijfsgebonden activa (activa niet voor de openbare dienst bestemd).
Voorwaarde is wel dat het actief direct verkoopbaar moet zijn indien men dit zou willen.
In voorgaande jaren is hier de waarde van een achttal woningen en de belegging in het APPA-fonds van de voormalige gemeente Zeevang opgenomen. Voor de woningen wordt gerekend met een percentage van 50% van de werkelijke waarde, omdat het voornamelijk verhuurde woningen betreft die een lagere waarde hebben dan woningen in onverhuurde staat.
Onvoorzien
Artikel 8 (lid 1 en lid 6) van het BBV verplicht iedere gemeente een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen in de begroting. De post onvoorzien is een buffer voor onvoorziene tegenvallers. Het dekt begrotingsmutaties die voldoen aan de 3-o’s: onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar.
Saldo rekening/begroting
Naast het onvoorzien bestaat de mogelijkheid dat de rekening/begroting een positief of negatief saldo laat zien. De raad kan besluiten nemen om dit saldo, al dan niet in combinatie met het onvoorzien, in te vullen. Dit geldt ook voor het saldo van een jaarrekening in de vorm van resultaatbestemming.
Onbenutte belastingcapaciteit
Voor de bepaling hiervan wordt onder meer gebruik gemaakt van het normtarief OZB voor toelating tot artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet. De onbenutte belastingcapaciteit OZB bedraagt € 5.412.000. Daarnaast is bij afvalstoffenheffing, reinigingsrechten en rioolheffingen tezamen een onbenutte belastingcapaciteit van € 360.000. Voor 2021 bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit € 5.772.000.